Ultratrailrunning wordt vaak gezien als de puurste vorm van hardlopen. De loper, de bergen in, door bossen en over rotsen, soms dagenlang. Het is een sport die draait om uithoudingsvermogen, mentale kracht en vooral: zelfredzaamheid.
Maar volgens levende legende Kílian Jornet is er de laatste jaren iets aan het schuiven. Niet de trails zelf, maar de manier waarop verzorgingsposten en crews een rol spelen. Wat ooit begon als een simpele tafel met wat water, bouillon en sinaasappelschijfjes, is inmiddels in sommige races veranderd in een bijna pitstop-formule-1-scenario. En dat levert niet alleen ongemak, maar volgens Jornet ook een fundamentele vorm van oneerlijkheid op.
Hoe het vroeger was
Iedereen die al een tijdje meeloopt in de ultratrailwereld kent het beeld: een houten tafel midden in de bergen, wat bananen, een kan water, misschien cola. Je pakte wat, bedankte de vrijwilligers en rende weer door. Pro’s en amateurs maakten gebruik van exact dezelfde spullen.
De nieuwe realiteit
In grote, internationale wedstrijden ziet Jornet iets anders gebeuren. Verzorgingsposten zijn uitgegroeid tot logistieke hubs waar topatleten met volledige crews op ze wachten. Denk aan koelboxen, speciaal geprepareerde sportdrank, wisselschoenen, verse kleding, soms zelfs massageteams. Alles staat klaar zodat de atleet in seconden weer fris en efficiënt de trail op kan.
Voor amateurs zonder sponsor of crew blijft het gewoon diezelfde tafel met sinaasappels en water. Jornet stelt: dit verschil is geen detail meer, maar een beslissende factor in de prestaties.

De kloof tussen pro’s en amateurs
Wat pro’s hebben
- Een team van begeleiders die alles klaarzetten.
- Gepersonaliseerde voeding en hydratatie.
- Mogelijkheid om schoenen, sokken en kleding te wisselen.
- Strategische coaching onderweg (“je ligt 2 minuten achter, versnellen nu”).
Wat amateurs hebben
- De standaard verzorging van de organisatie.
- Zelf meegebrachte gels of repen in hun rugzak.
- Misschien een vriend(in) die één keer onderweg een flesje aangeeft – als het al mag.
Het verschil? Bij een wedstrijd van 20 kilometer zou het nauwelijks iets uitmaken. Maar bij een ultra van 100 kilometer of meer kan het verschil tussen toegang tot luxe verzorging en pure self-support gemakkelijk een half uur schelen. En dat is vaak het verschil tussen podium, top-10 of anoniem finishen.
De kern van Jornet’s kritiek
Volgens Jornet staat er dus iets wezenlijks op het spel: de gelijkheid van de sport. Ultratrail werd altijd gezien als een discipline waarin iedereen, pro of amateur, min of meer onder dezelfde omstandigheden liep. Het landschap, het weer en je eigen lichaam waren de uitdagingen.
Maar nu geldt steeds meer: wie een sponsor heeft, heeft ook betere kansen. Daarmee verschuift ultratrail in de richting van een kapitaalintensieve sport, net zoals wielrennen of Formule 1. Jornet vindt dat zonde, want daarmee gaat een deel van de ziel van trailrunning verloren.
Zelfredzaamheid als kernwaarde
Waarom het belangrijk is
Voor Jornet gaat ultratrail niet alleen over snelheid. Het gaat over de relatie met de natuur, het omgaan met vermoeidheid en pijn, het leren vertrouwen op je eigen voorbereiding. Zelfredzaamheid – je eigen eten dragen, zelf problemen oplossen – is altijd een van de grote charmes van de sport geweest.
Het gevaar van te veel gemak
Als alles onderweg geregeld wordt, verandert de sport. Het avontuur wordt kleiner, de ervaring minder rauw. Bovendien: als je als atleet weet dat er bij elke post iemand staat om je schoenen te wisselen of je bidons te vullen, speel je een ander spel dan iemand die zijn eigen plan moet trekken.
Vergelijking: Europa vs. VS
Interessant is dat de regels wereldwijd verschillen.
- Europa (bijvoorbeeld UTMB, Zugspitz): vaak strikte regels. Crew mag niet overal komen, pacers zijn beperkt, en er zijn duidelijke restricties op ondersteuning.
- Verenigde Staten (bijvoorbeeld Western States 100): crews hebben veel meer toegang en mogen vaak uitgebreid helpen.
Jornet wijst erop dat dit niet alleen verwarrend is, maar ook ongelijke speelvelden creëert. Het is niet altijd duidelijk of een overwinning komt door de benen van de atleet of door de kwaliteit van de crew.
Wat zijn mogelijke oplossingen?
1. Strengere regels voor iedereen
Organisatoren zouden kunnen vastleggen: geen schoenwissels onderweg, beperkte crew-toegang, geen pacers of slechts op bepaalde secties. Daarmee wordt iedereen weer meer afhankelijk van dezelfde basisvoorzieningen.
2. Speciale categorieën
Een andere optie is om onderscheid te maken tussen “supported” en “unsupported” categorieën, net zoals in bikepacking-races. Dat zou eerlijker zijn, maar maakt het organiseren complexer.
3. Transparantie
Tenminste zou het duidelijk moeten zijn hoeveel support iemand krijgt. Een topatleet met vijf crewleden en een masseur onderweg speelt een ander spel dan de gemiddelde loper. Transparantie zou discussies eerlijker maken.
Kritiek op Jornet zelf
Niet iedereen vindt Jornet de aangewezen persoon om deze boodschap te brengen. Critici wijzen erop dat hij zelf jarenlang heeft geprofiteerd van sponsorsteun, professionele teams en topmateriaal. Is het niet makkelijk praten nu hij zijn carrière meer richting duurzaamheid en community wil sturen?
Maar juist omdat hij zo’n icoon is, wordt zijn mening breed gehoord. Hij staat symbool voor de authenticiteit van de sport en kan met zijn invloed verandering aanjagen.
Wat betekent dit voor de toekomst?
Voor organisatoren
De druk zal toenemen om regels scherper te formuleren. Wil je als event nog de reputatie van een “echte” trail behouden, dan moet je nadenken over de rol van crews en verzorgingsposten.
Voor atleten
Amateurs kunnen opgelucht zijn dat iemand van Jornet’s kaliber hun punt verwoordt: dat gelijkheid belangrijk is. Pro’s zullen zich misschien moeten aanpassen aan strengere regels, maar dat zou de sport juist aantrekkelijker maken voor een breder publiek.
Voor de community
Trailrunning is altijd meer geweest dan een sport; het is een community die waarde hecht aan natuur, eenvoud en authenticiteit. De discussie over verzorgingsposten raakt precies die kernwaarden.
Conclusie: terug naar de essentie
Kílian Jornet slaat met zijn kritiek een gevoelige snaar. Niet omdat verzorgingsposten op zich verkeerd zijn, maar omdat de verschillen tussen pro’s en amateurs inmiddels te groot zijn geworden.
Zijn oproep is eigenlijk simpel: houd trailrunning eerlijk, puur en zelfredzaam. Geef iedereen dezelfde kansen, of ze nu gesponsord zijn of hun eigen bidon vullen. Want uiteindelijk is het niet de crew of de koelbox die de berg op moet – dat zijn nog altijd de benen van de loper zelf.
👉 Wat denk jij? Moeten ultratrails strengere regels krijgen voor support onderweg, of hoort dit gewoon bij de evolutie van een groeiende sport?
Geef een reactie